In 2020 heeft PFZW een beperkt grondslagenonderzoek uitgevoerd. Hierbij worden conform de ABTN de belangrijkste grondslagen onderzocht en wanneer nodig aangepast.

In september 2020 heeft het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG) een nieuwe sterfteprognosetafel (AG2020) gepubliceerd. Hiernaast is ook de fondsafhankelijke ervaringssterfte aangepast. Het gebruik van de nieuwe prognosetafel leidt tot een daling van de voorziening met € 5.042 miljoen. De nieuwe ervaringssterfte leidt tot een stijging van de voorziening met € 199 miljoen. In de vaststelling van beide sterftegrondslagen is nog geen rekening gehouden met de eventuele lange termijn impact van het coronavirus.

Met het in 2020 uitgevoerde grondslagenonderzoek is geconstateerd dat in de oude samenlevingsfrequenties onterecht de partnerpensioenontvangers waren meegenomen. Dit is gecorrigeerd in de vaststelling van de nieuwe samenlevingsfrequenties. Door weglating van de partnerpensioenontvangers stijgen de samenlevingsfrequenties. Door de stijging van de samenlevingsfrequenties gaat er naar verwachting meer partnerpensioen in en stijgt de voorziening pensioenverplichtingen.

De lagere verwachte loongroei en prijsinflatie zorgt voor een daling van de voorziening. Dit betreft voornamelijk de voorziening voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. De pensioengrondslag voor premievrijstelling wordt jaarlijks verhoogd met de prijsinflatie.