Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud
}

Speerpunt 1: Toekomstbestendig maken van ons markt- en productbeleid

Doelstellingen voor 2020

Het speerpunt ‘Toekomstbestendig maken van ons markt- en productbeleid’ kende in 2020 de volgende vier doelen:

    1. Robuust pensioenproduct gebaseerd op collectiviteit en solidariteit

    2. Geconsolideerde sector: één pensioenfonds voor gehele sector zorg en welzijn

    3. Zzp-oplossing: één pensioen voor alle werkenden in de sector zorg en welzijn

    4. Vereenvoudiging en uniformering van de huidige pensioenregeling

Robuust pensioenproduct gebaseerd op collectiviteit en solidariteit

Uitwerking pensioenakkoord

In het pensioenakkoord uit 2019 zijn de gezamenlijke doelen en randvoorwaarden van kabinet en sociale partners vastgelegd. Dit akkoord is in 2020 verder uitgewerkt door een stuurgroep bestaande uit sociale partners, het kabinet en vijf adviserende leden. PFZW is in faciliterende zin en in samenwerking met enkele andere grote pensioenfondsen hierbij betrokken geweest. Dit heeft geleid tot de hoofdlijnennotitie, die de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 22 juni 2020 aan de Tweede Kamer stuurde, waarin de afspraken uit het pensioenakkoord nader zijn uitgewerkt.

Daarmee is de weg vrijgemaakt om de afspraken in wetgeving te verankeren. In het nieuwe pensioenstelsel wordt de doorsneesystematiek afgeschaft en krijgen pensioenuitvoerders de keuze tussen twee typen premieregelingen: het nieuwe pensioencontract en de verbeterde premieregeling. Het kabinet en sociale partners gaan ervan uit dat beide regelingen zonder meer voor verplichtstelling in aanmerking komen. Het streven is erop gericht om in 2021 het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer in te dienen, zodat het aangepast wettelijk kader per 1 januari 2022 in werking kan treden. Dit nieuwe kader is uiterlijk per 1 januari 2026 op alle pensioenregelingen bij alle pensioenuitvoerders van toepassing.

Nadat de contouren van de twee typen premieregelingen duidelijk werden, startte PFZW in het vierde kwartaal met een bestuurlijk traject om één van de twee typen contracten te kunnen invoeren. Dit is een meerjarig traject waarbij uiterlijk 1 januari 2026 de PFZW pensioenregeling is aangepast.

In dit bestuurlijk traject moet rekening gehouden worden met een wettelijk transitiekader dat sociale partners en pensioenuitvoerders wijst hoe zij de overstap van de huidige regeling naar de nieuwe regeling zorgvuldig en evenwichtig kunnen maken. Daarvoor moeten zij een transitie-, implementatie- en communicatieplan opstellen.

Geconsolideerde sector: één pensioenfonds voor gehele sector zorg en welzijn

PFZW ambieert één pensioen voor alle werkenden in de sector zorg en welzijn om onderlinge concurrentie op arbeidsvoorwaarde te voorkomen. Om die reden staat PFZW open voor nieuwe aansluitingen vanuit inkomende collectieve waardeoverdrachten, mits deze op geen enkele wijze ten koste gaan van het opgebouwde vermogen van de deelnemers en mits deze geen complexiteit in de uitvoering met zich meebrengen. In 2020 hebben er geen nieuwe aansluitingen plaatsgevonden vanuit inkomende collectieve waardeoverdrachten.

Zzp-oplossing: één pensioen voor alle werkenden in de sector zorg en welzijn

PFZW diende begin 2020 een voorstel in bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voor het uitvoeren van een pilot in de cultuurbranches. Dit voorstel is samen met sociale partners in de cultuurbranches tot stand gekomen. In de pilot kunnen zzp’ers op vrijwillige basis meedoen aan de pensioenregeling van PFZW. Omdat een vrijwillige aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds wettelijk nu niet mogelijk is, hebben de sociale partners en PFZW aan SZW gevraagd via een experimenteerwet tijdelijk juridische ruimte te bieden. Als SZW hiermee instemt zal gedurende een pilotperiode onderzocht worden of het geboden pensioenproduct leidt tot daadwerkelijke deelname aan de PFZW-regeling. SZW heeft het voorstel van PFZW, samen met voorstellen van andere pensioenaanbieders, in beraad. Inmiddels is duidelijk dat de voorgestelde experimenteerwetgeving beperkte ruimte biedt. Zo is het verzoek van een aantal andere pensioenfondsen tot automatische deelname met de mogelijkheid er uit te stappen, vooralsnog niet toegestaan. En is het verzoek van PFZW om meer flexibiliteit ten aanzien van de premie-inleg, evenmin goedgekeurd. Bovendien lijkt het er op dat definitieve wetgeving niet eerder dan 1 januari 2022 gereed zal zijn.

Vereenvoudiging en uniformering van de huidige pensioenregeling

In 2020 is per kwartaal één pensioenproduct in de pensioenregeling geanalyseerd, om te bezien of deze vereenvoudigd kan worden. De analyse heeft plaatsgevonden over het arbeidsongeschiktheidspensioen, het partnerpensioen, het nettopartnerpensioen en de vrijwillige voortzetting van de deelneming. De analyse voor het product vrijwillige voortzetting wordt begin 2021 voltooid, de overige analyses hebben niet geleid tot een vereenvoudiging van de producten zelf. Voor het partnerpensioen en het nettopartnerpensioen worden de uitkomsten nogmaals bezien in samenhang met de uitkomsten van de wettelijke herziening van het nabestaandenpensioen. De verwachting is dat de wettelijke wijzigingen van het nabestaandenpensioen per 1 januari 2022 in werking treden.

Ook is de zoektocht naar een vereenvoudigde inrichting van pensioenproducten en klantbediening in de IT-systemen vervolgd. Dit is een meerjarig traject en loopt in 2021 door.

STAR-aanvalsplan beperken witte vlek

De Stichting van de Arbeid (STAR) publiceerde in juni 2020 het ‘aanvalsplan witte vlek pensioenen’. Het rapport is onderdeel gemaakt van de uitwerking van het pensioenakkoord zoals dat door de minister van SZW op 6 juli 2020 naar de Tweede Kamer is gezonden. In het aanvalsplan worden 22 acties voorgesteld om de witte vlek (het aantal werknemers dat geen pensioen opbouwt) te verkleinen. De acties stimuleren ten eerste het verbeteren van de bewustwording van het belang van pensioenopbouw en het toegankelijker maken voor kleine werkgevers om een pensioenregeling voor werknemers te treffen. Ten tweede hebben verschillende acties als doel om de implementatie en uitvoering van de verplichtstelling te verbeteren. PFZW heeft de laatste jaren een aantal maatregelen genomen die in lijn liggen met de aanbevelingen die de STAR doet.

Nieuwe pensioenregeling ontwikkeling in 2020 en vooruitblik 2026

Voorbereiding op de komst van een nieuwe pensioenregeling

Het bestuur heeft zich intensief voorbereid op de komst van de nieuwe pensioenregeling. De bestuurlijke werkgroep toekomst pensioenstelsel hield gedurende het jaar de ontwikkelingen in de opmaat naar de uitwerking van het Pensioenakkoord nauwlettend in de gaten. Nadat de uitwerking in de zomer bekend werd, is een planning opgesteld zodat het bestuur zich in het najaar verder kon verdiepen in de beide nieuwe pensioencontracten. Per onderdeel is een themasessie ingericht. Dit liep uiteen van algemene aspecten zoals de verschillen en overeenkomsten tussen beide pensioencontracten tot aan specifieke aspecten zoals het toedelingsmechanisme van rendement, de solidariteitsreserve, de leenrestrictie en de keuzevrijheid. Ook kwamen de uitkeringsfase en het beleggingsbeleid aan bod. Verder was er aandacht voor de transitiefase en het invaren.

De verdieping zou in het eerste kwartaal van 2021 afgerond moeten zijn. Enerzijds vormt deze kennis, informatie en inzichten een belangrijke basis voor de fase van opdrachtaanvaarding. Anderzijds wordt deze kennis overgedragen aan sociale partners, die uiteindelijk moeten kiezen voor het type pensioenregeling en het al dan niet invaren van de oude rechten.

Internetconsulatie Wet toekomst pensioenen

Op 16 december 2020 werd de internetconsultatie Wet toekomst pensioenen (Wtp) opengesteld. Dit is een belangrijke stap in de uitwerking van het Pensioenakkoord in conceptwetgeving voor twee nieuwe pensioenregelingen: het nieuwe pensioencontract en de doorontwikkeling van de wet verbeterde premieregeling. PFZW heeft de conceptwetgeving geanalyseerd om een reactie voor te bereiden. Daarbij heeft PFZW zowel een eigenstandige reactie voorbereid als bijgedragen aan de reactie namens de Pensioenfederatie. Deze consultatie sloot op 12 februari 2021.