Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: het bestuur van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn
Verklaring over de jaarrekening 2021
Ons oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn ('de stichting') een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de stichting en de groep (de stichting samen met haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap kan worden uitgevoerd) op 31 december 2021 en van het resultaat over 2021 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek ('BW').
Wat we hebben gecontroleerd
Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2021 van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn te Utrecht gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde jaarrekening en de enkelvoudige jaarrekening.
De jaarrekening bestaat uit:
-
de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2021;
-
de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2021; en
-
de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.
Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de jaarrekening is Titel 9 Boek 2 BW.
De basis voor ons oordeel
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de paragraaf ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Onafhankelijkheid
Wij zijn onafhankelijk van de stichting zoals vereist in de Europese verordening betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang, de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
Onze controleaanpak
Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot de kernpunten, fraude en continuïteit, en de aangelegenheden daaruit, bepaald in de context van de controle van de jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover. De informatie ter ondersteuning van ons oordeel, zoals onze bevindingen en observaties ten aanzien van individuele kernpunten, de controleaanpak frauderisico’s en de controleaanpak continuïteit, moet in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen of conclusies.
Samenvatting en context
Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn is het pensioenfonds van de sector zorg en welzijn. In dat kader incasseert de stichting de pensioenpremies die worden afgedragen door werkgevers en werknemers. De premies worden ten behoeve van de deelnemers belegd en na pensionering verzorgt de stichting de uitkering van het ouderdomspensioen. Ook is de stichting verantwoordelijk voor de uitkering van de nabestaanden- en wezenpensioenen. Wij hebben tijdens onze controle in het bijzonder aandacht besteed aan de specifieke wet- en regelgeving voor pensioenfondsen voor zover het niet voldoen hieraan kan leiden tot een afwijking van materieel belang.
De stichting heeft de uitvoering van de pensioenadministratie, het vermogensbeheer en de financiële administratie uitbesteed aan een pensioenuitvoeringsorganisatie. De jaarrekening is onder eindverantwoordelijkheid van de stichting opgesteld op basis van de door de pensioenuitvoeringsorganisatie gevoerde financiële administratie. Tijdens onze controle van de jaarrekening van de stichting hebben wij ook zelfstandig controlewerkzaamheden bij de pensioenuitvoeringsorganisatie uitgevoerd alsmede, met betrekking tot de interne beheersing, gebruikgemaakt van werkzaamheden van de accountant van de pensioenuitvoeringsorganisatie. Op basis hiervan hebben wij de reikwijdte en aanpak van de controle overwogen zoals uiteengezet in de paragraaf ‘De reikwijdte van onze controle’.
De stichting heeft de potentiële impact van klimaatverandering op haar financiële positie beoordeeld. In het bestuursverslag, in de paragraaf ‘Onze strategie’, heeft de stichting de risico’s voortkomend uit de klimaatverandering nader toegelicht. Wij hebben de risico’s die voortkomen uit klimaatverandering en de potentiële impact op de financiële positie inclusief de onderliggende assumpties en schattingen geëvalueerd met name met betrekking tot de waardering van de beleggingen. De impact van de klimaatverandering leidt niet tot een kernpunt in de controle.
Het financiële jaar 2021 kenmerkte zich, net als in 2020, door de Covid-19-pandemie en de onzekerheid over een mogelijke korting op de pensioenaanspraken. De Covid-19-pandemie heeft onverminderd significante gevolgen gehad voor de sector zorg en welzijn. Een aanzienlijk deel van de deelnemers in de zorgsector is direct geconfronteerd met de medische consequenties van Covid-19, terwijl een aantal deelnemers in de welzijnssector juist is geconfronteerd met de financiële consequenties van de overheidsmaatregelen ten aanzien van Covid-19.
De overheidsmaatregelen als gevolg van de pandemie hebben invloed gehad op de bedrijfsvoering van de stichting en haar pensioenuitvoeringsorganisatie doordat medewerkers vanuit huis moesten werken. De impact van Covid-19 op onze controle is beschreven in ‘De impact van Covid-19 op onze controle’.
In 2020 en 2021 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de vrijstellingsregeling verlengd die in 2019 is gepubliceerd om onnodige pensioenkortingen te voorkomen. De regeling geeft pensioenfondsen met een dekkingsgraad van ten minste 90% de mogelijkheid de pensioenen niet te korten. De dekkingsgraad per 31 december 2021 is hoger dan 90% en volgens het herstelplan beschikt de stichting nog over voldoende herstelpotentieel, waardoor een kortingsmaatregel niet noodzakelijk was. Het bestuur heeft op basis van deze overwegingen besloten de aanspraken niet te korten.
Daarnaast heeft het bestuur de financiële opzet van de pensioenregeling beoordeeld. Onderdeel van het herstelplan is een premieverhoging voor de komende jaren.
Als onderdeel van het ontwerpen van onze controleaanpak hebben wij de materialiteit bepaald en het risico van materiële afwijkingen in de jaarrekening geïdentificeerd en ingeschat. De hoogte van de beleidsdekkingsgraad wordt gezien als graadmeter voor de financiële soliditeit van de stichting, en aangezien de beleidsdekkingsgraad lager is dan het minimaal vereist eigen vermogen hebben wij de financiële positie, het herstelplan en de toelichting hierop als kernpunt aangemerkt zoals nader beschreven in ‘De kernpunten van onze controle’.
Wij besteden daarnaast bijzondere aandacht aan die gebieden waar het bestuur belangrijke schattingen heeft gemaakt, bijvoorbeeld bij significante schattingen waarbij veronderstellingen over toekomstige gebeurtenissen worden gemaakt die inherent onzeker zijn. In paragraaf 2.1 van de jaarrekening heeft de stichting de schattingsposten en de bronnen van schattingsonzekerheid uiteengezet. Vanwege de significante schattingsonzekerheid en het gerelateerde hogere inherente risico verbonden aan zowel de waardering van beleggingen gewaardeerd op basis van subjectieve inputs en de impact hiervan op het resultaat, als aan de fondsspecifieke elementen in de waardering van de technische voorzieningen hebben wij deze aangemerkt als kernpunten zoals uiteengezet in de paragraaf ‘De kernpunten van onze controle’.
Wij hebben ervoor gezorgd dat ons team beschikte over voldoende specialistische kennis en expertise die nodig zijn voor de controle van een pensioenfonds. Wij hebben daarom deskundigen op onder meer het gebied van actuariële berekeningen, IT en de waardering van beleggingen in ons team opgenomen.
De hoofdlijnen van onze controleaanpak waren als volgt:
Materialiteit | • | Materialiteit: € 1,3 miljard. |
Reikwijdte van de controle | • | De stichting heeft de uitvoering van de pensioenadministratie, het vermogensbeheer en de financiële administratie uitbesteed aan een pensioenuitvoeringsorganisatie. |
• | Wij hebben bij de uitvoeringsorganisatie controlewerkzaamheden uitgevoerd en de waardering van de technische voorziening, de financiële positie, het herstelplan en de toelichting hierop gecontroleerd. | |
• | Wij hebben gebruikgemaakt van de door de accountant van de pensioenuitvoeringsorganisatie uitgevoerde werkzaamheden met betrekking tot de interne beheersing (ISAE 3402-rapportages). | |
• | Wij hebben de controle van de waardering van de technische voorzieningen in samenwerking met de certificerend actuaris uitgevoerd conform Handreiking 1120. | |
Kernpunten | • | De financiële positie, het herstelplan en de toelichting daarop. |
• | De waardering van beleggingen gebaseerd op subjectieve inputs en de impact hiervan op het resultaat. | |
• | De fondsspecifieke elementen in de waardering van de technische voorzieningen. |
De impact van Covid-19 op onze controle
De Covid-19-pandemie stelt accountants voor uitdagingen bij het uitvoeren van hun controles. Wij hebben de controle vanuit huis uitgevoerd. Hierbij hebben wij bij alle betrokken collega’s benadrukt dat het ook in deze situatie belangrijk is om alert te blijven op de kwaliteit van de controle en de noodzaak van het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie.
In de controle hebben wij specifiek aandacht geschonken aan:
-
de impact op de interne beheersing van de stichting en de pensioenuitvoeringsorganisatie; hierbij hebben wij aandacht gehad voor de mogelijke impact van de pandemie op de interne beheersing als gevolg van het thuiswerken;
-
de eventuele impact van de economische consequenties van de Covid-19-pandemie en de overheidsmaatregelen op de waardering van met name de beleggingen gewaardeerd op basis van subjectieve inputs;
-
de vraag of de Covid-19-pandemie invloed heeft of zou kunnen hebben op de actuariële grondslagen. Hierover hebben wij ook met de certificerend actuaris gesproken.
Wij hebben hierbij geen significante bevindingen als gevolg van de Covid-19-pandemie.
Materialiteit
De reikwijdte van onze controle wordt beïnvloed door het toepassen van materialiteit. Het begrip ‘materieel’ wordt toegelicht in de paragraaf ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.
Wij bepalen, op basis van ons professionele oordeel, kwantitatieve grenzen voor materialiteit waaronder de materialiteit voor de jaarrekening als geheel, zoals uiteengezet in onderstaande tabel. Deze grenzen, evenals de kwalitatieve overwegingen daarbij, helpen ons om de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden voor de individuele posten en toelichtingen in de jaarrekening te bepalen en om het effect van onderkende afwijkingen, zowel individueel als gezamenlijk, op de jaarrekening als geheel en op ons oordeel, te evalueren.
Materialiteit | € 1,3 miljard (2020: € 1,4 miljard) |
Reikwijdte van de controle | Wij maken gebruik van professionele oordeelsvorming bij het bepalen van de materialiteit. Als basis voor deze oordeelsvorming gebruiken wij 0,5% (2020: 0,5%) van de waarde van de technische voorzieningen per 31 december 2021. Bij het bepalen van dit percentage is rekening gehouden met de financiële positie van de stichting, waarbij de beleidsdekkingsgraad per 31 december 2021 onder het minimaal vereist eigen vermogen ligt. |
Kernpunten | Wij gebruiken de waarde van de technische voorzieningen als de primaire, algemeen geaccepteerde, benchmark, op basis van onze analyse van de gemeenschappelijke informatiebehoeften van gebruikers van de jaarrekening. |
Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen materieel zijn.
Wij zijn in overleg met de commissie integraal risicomanagement overeengekomen dat wij tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven de € 65 miljoen (2020: € 50 miljoen) aan hen rapporteren evenals kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn.
De reikwijdte van onze controle
De stichting heeft de uitvoering van de pensioenadministratie, het vermogensbeheer en de financiële administratie uitbesteed aan een pensioenuitvoeringsorganisatie. Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de controle van de jaarrekening. Hierbij houden wij rekening met de betrokkenheid van de pensioenuitvoeringsorganisatie. In dit kader hebben wij zelfstandig controlewerkzaamheden bij de pensioenuitvoeringsorganisatie uitgevoerd en hiermee gewaarborgd dat wij voldoende controlewerkzaamheden verrichten om in staat te zijn een oordeel te geven over de jaarrekening als geheel.
Wij hebben inzicht verkregen in de interne beheersingsomgeving van de pensioenuitvoerings-organisatie. Op basis van deze kennis hebben wij de interne beheersingsmaatregelen geïdentificeerd die in het kader van onze jaarrekeningcontrole van de stichting relevant zijn. Vervolgens hebben wij van de pensioenuitvoeringsorganisatie door een onafhankelijke externe accountant gecertificeerde ISAE 3402 type-II/COS 3000-rapportages verkregen over de opzet, het bestaan en de effectieve werking van de interne beheersingsmaatregelen bij de pensioenuitvoeringsorganisatie over de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021. Wij hebben de vakbekwaamheid en onafhankelijkheid van de certificerende accountant beoordeeld. Ook hebben wij getoetst of de standaarden die door deze accountant zijn gebruikt, adequaat zijn. Daarnaast hebben wij de rapportages gelezen en geëvalueerd.
Als onderdeel van deze evaluatie zijn wij nagegaan of de interne beheersingsmaatregelen die voor onze jaarrekeningcontrole van de stichting relevant zijn, zijn opgenomen in de rapportages. Vervolgens zijn wij nagegaan of op basis van onze professionele oordeelsvorming, de certificerend accountant toereikende werkzaamheden heeft uitgevoerd teneinde zekerheid te verkrijgen over de opzet, het bestaan en de effectieve werking van deze interne beheersingsmaatregelen. Ten slotte hebben wij de resultaten en eventuele gerapporteerde uitzonderingen geanalyseerd en meegewogen voor de impact op onze controleaanpak.
Wij hebben de certificerend actuaris instructies gestuurd op basis van Standaard 620 en NBA-handreiking 1120 ten aanzien van de actuariële certificering met betrekking tot onder andere de consistentie, prudentie en actualiteit van schattingen ten aanzien van de voorziening pensioenverplichtingen en de financiële positie, in overeenstemming met relevante wetgeving. Wij hebben geëvalueerd of de certificerend actuaris heeft voldaan aan onze instructies. Daarnaast hebben wij de adequaatheid van zijn werkzaamheden geëvalueerd. Ook hebben wij de competentie, capaciteiten en objectiviteit van de actuaris geëvalueerd. Wij verwijzen hiervoor naar het kernpunt fondsspecifieke elementen in de waardering van de technische voorzieningen.
Door bovengenoemde werkzaamheden, gecombineerd met overige controlewerkzaamheden, zijn wij in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie te verkrijgen als basis voor ons oordeel over de jaarrekening.
Controleaanpak frauderisico’s
Wij hebben risico’s geïdentificeerd en ingeschat op een afwijking van materieel belang op de jaarrekening die het gevolg is van fraude. Wij hebben tijdens onze controle inzicht verkregen in de entiteit en haar omgeving, de componenten van het interne beheersingssysteem, waaronder het risico-inschattingsproces en de wijze waarop het bestuur inspeelt op frauderisico’s en het interne beheersingssysteem monitort en de wijze waarop de raad van toezicht, toezicht uitoefent, alsmede de uitkomsten daarvan.
Wij verwijzen naar hoofdstuk ‘Risicomanagement’, pagina 82 van het jaarverslag, waarin het bestuur van de stichting aangeeft dat het jaarlijks een systematische integriteitsrisicoanalyse (SIRA) uitvoert. Hierbij worden ook risico’s bij de pensioenuitvoeringsorganisatie betrokken.
Wij hebben de opzet en de relevante aspecten van het interne beheersingssysteem en in het bijzonder de frauderisicoanalyse, zoals opgenomen in de SIRA, geëvalueerd evenals bijvoorbeeld de gedragscode, de klokkenluidersregeling, de incidentenregistratie en de onderzoeken door Internal Audit van de pensioenuitvoeringsorganisatie. Wij hebben de opzet en het bestaan geëvalueerd, en voor zover wij dat noodzakelijk achtten, de werking beoordeeld van de interne beheersingsmaatregelen gericht op het afdekken van frauderisico’s.
Als onderdeel van ons proces van het identificeren van frauderisico’s, hebben wij frauderisicofactoren overwogen met betrekking tot frauduleuze financiële verslaggeving, het oneigenlijk toe-eigenen van activa, en omkoping en corruptie. Wij hebben geëvalueerd of deze factoren een indicatie vormen voor de aanwezigheid van het risico op afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude.
De door ons geïdentificeerde frauderisico’s en uitgevoerde specifieke werkzaamheden zijn als volgt:
Geïdentificeerd frauderisico | Controlewerkzaamheden en observaties |
Doorbreken van de interne beheersingsmaatregelen | Wij hebben de opzet en implementatie geëvalueerd van de maatregelen van interne beheersing en de werking van de maatregelen getoetst in de processen voor het genereren en verwerken van journaalposten. Daarnaast hebben wij de opzet en implementatie geëvalueerd van de maatregelen van interne beheersing en de werking van de maatregelen getoetst voor het maken van schattingen. |
Geïdentificeerd frauderisico | Controlewerkzaamheden en observaties |
Onjuiste verantwoording van ongerealiseerde beleggingsresultaten van beleggingen gewaardeerd op basis van subjectieve inputs | Wij hebben de opzet en implementatie geëvalueerd van de maatregelen van interne beheersing die het risico op onjuiste verantwoording van beleggingsresultaten moeten afdekken en de werking van de maatregelen getoetst in de processen voor het bepalen van de waardering van de beleggingen gewaardeerd op basis van subjectieve inputs. |
In onze controle bouwen wij een element in van onvoorspelbaarheid. Ook hebben wij de uitkomst van andere controlewerkzaamheden beoordeeld en overwogen of er bevindingen zijn die aanwijzing geven voor fraude of het niet-naleven van wet- regelgeving.
Wij hebben kennisgenomen van de beschikbare informatie en om inlichtingen gevraagd bij het management en de commissie integraal risicomanagement.
Ook hebben we kennisgenomen van advocatenbrieven en correspondentie met toezichthouders en zijn tijdens de controle alert gebleven op indicaties voor signalen van fraude en hebben de uitkomst van andere controlewerkzaamheden beoordeeld en overwogen of er bevindingen zijn die aanwijzing geven voor fraude. Indien daar sprake van was, hebben wij onze evaluatie van het risico van fraude en de gevolgen daarvan voor onze controlewerkzaamheden opnieuw geëvalueerd.
Controleaanpak continuïteit
Het bestuur heeft de jaarrekening opgemaakt uitgaande van de continuïteit van het geheel van de bedrijfsactiviteiten van de stichting voor de voorzienbare toekomst. Onze werkzaamheden om de continuïteitsbeoordeling van het bestuur te evalueren omvatten onder andere het verkrijgen van controle-informatie omtrent het continuïteitsrisico en de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling bij de vaststelling van bedragen en in de financiële overzichten opgenomen toelichtingen. Op basis van de verkregen controle-informatie hebben wij vastgesteld of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Daarnaast hebben wij de correspondentie met relevante toezichthoudende instanties geïnspecteerd.
Pensioenfondsen zijn op grond van de wetgeving gehouden om een adequate vermogensdekking, vereist eigen vermogen, aan te houden. Het vereist eigen vermogen wordt op basis van het financieel toetsingskader bepaald. Als de dekkingsgraad van een pensioenfonds lager is dan het vereist eigen vermogen, moet een herstelplan worden opgesteld waaruit blijkt hoe het fonds het eigen vermogen op het vereiste niveau brengt. Als het fonds niet kan voldoen aan het herstel zullen aanvullende maatregelen moeten worden getroffen. Daar waar nodig zullen de rechten van de (gewezen) deelnemers moeten worden aangepast zodat weer aan het vereist eigen vermogen wordt voldaan.
Zoals opgenomen in toelichting 14 van de jaarrekening bevindt de stichting zich op balansdatum in een tekortsituatie. Op basis van het herstelplan is de verwachting van het bestuur dat de stichting over voldoende herstelpotentieel beschikt. Wij hebben kennisgenomen van het herstelplan, de correspondentie met De Nederlandsche Bank N.V. en de toelichting in de jaarrekening hierover. Voor een nadere uiteenzetting verwijzen wij naar het kernpunt ‘De financiële positie, het herstelplan en de toelichting hierop’.
Onze controlewerkzaamheden hebben geen informatie opgeleverd die strijdig is met de veronderstellingen en aannames van het bestuur over de gehanteerde continuïteitsveronderstelling.
De kernpunten van onze controle
In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens de controle van de jaarrekening. Wij hebben het bestuur en de raad van toezicht op de hoogte gebracht van de kernpunten. De kernpunten vormen geen volledige weergave van alle risico’s en punten die wij tijdens onze controle hebben geïdentificeerd en hebben besproken. Wij hebben in deze paragraaf de kernpunten beschreven met daarbij een samenvatting van de op deze punten door ons uitgevoerde werkzaamheden.
Kernpunten | Onze controlewerkzaamheden en observaties |
De financiële positie, het herstelplan en de toelichting hierop | Systeemgerichte werkzaamheden |
Kernpunten | Onze controlewerkzaamheden en observaties |
De waardering van beleggingen gewaardeerd op basis van subjectieve inputs en de impact hiervan op het resultaat | Systeemgerichte werkzaamheden |
Kernpunten | Onze controlewerkzaamheden en observaties |
De fondsspecifieke elementen in de waardering van de technische voorzieningen | Systeemgerichte werkzaamheden |
Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie
Het jaarverslag omvat ook andere informatie. Dat betreft alle informatie in het jaarverslag anders dan de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij.
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:
-
met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;
-
alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW is vereist.
Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.
Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het verslag van het bestuur en de overige gegevens in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde vereisten
Onze benoeming
Wij zijn op 11 oktober 2019 door het bestuur benoemd als externe accountant van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Wij zijn nu voor een onafgebroken periode van twee jaar accountant van de stichting.
Geen verboden diensten
Wij hebben, naar ons beste weten en overtuiging, geen verboden diensten geleverd, als bedoeld in artikel 5, lid 1 van de Europese verordening betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang.
Geleverde diensten
De diensten die wij, in aanvulling op de controle van de jaarrekening, hebben geleverd aan de stichting en haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend, in de periode waarop onze wettelijke controle betrekking heeft, zijn toegelicht in paragraaf 18 van de toelichting van de jaarrekening.
Verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening en de accountantscontrole
Verantwoordelijkheden van het bestuur en de organen belast met governance voor de jaarrekening
Het bestuur is verantwoordelijk voor:
-
het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW; en voor
-
een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de stichting in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van het genoemde verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de stichting te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.
Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.
Onze doelstellingen zijn een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over de vraag of de jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of van fouten en een controleverklaring uit te brengen waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle afwijkingen van materieel belang ontdekken.
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.
Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring.
Rotterdam, 21 april 2022
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door drs. F.J. van Groenestein RA
Bijlage bij onze controleverklaring over de jaarrekening 2021 van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn
In aanvulling op wat is vermeld in onze controleverklaring hebben wij in deze bijlage onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening nader uiteengezet en toegelicht wat een controle inhoudt.
De verantwoordelijkheden van de accountant voor de controle van de jaarrekening
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel-kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:
-
Het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing.
-
Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting.
-
Het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan.
-
Het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Ook op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een organisatie haar continuïteit niet langer kan handhaven.
-
Het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen en het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen
Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de controle. In dit kader hebben wij de aard en omvang van de uit te voeren werkzaamheden bepaald om te waarborgen dat we voldoende controlewerkzaamheden verrichten om in staat te zijn een oordeel te geven over de jaarrekening als geheel. Bepalend hierbij zijn de structuur van de stichting, de omvang en/of het risicoprofiel van de activiteiten, de bedrijfsprocessen en interne beheersingsmaatregelen en de bedrijfstak waarin de stichting opereert.
Wij communiceren met de organen belast met governance onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. In dit kader geven wij ook een verklaring aan de commissie integraal risicomanagement op grond van artikel 11 van de Europese verordening betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang. De in die aanvullende verklaring verstrekte informatie is consistent met ons oordeel in deze controleverklaring.
Wij bevestigen aan de organen belast met governance dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen die zijn getroffen om de geïdentificeerde bedreigingen weg te nemen en onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening vanuit alle zaken die wij met de organen belast met governance hebben besproken. Wij beschrijven deze zaken in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet- of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang is van het maatschappelijk verkeer.