Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud
}

14 Financiële positie en financiering

Financiële positie

De actuele dekkingsgraad is gedurende 2022 gestegen van 106,6% naar 108,7%. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste 12 actuele dekkingsgraden op de maandeinden. De reële dekkingsgraad is ook wettelijk gedefinieerd. Dit is de verhouding tussen de beleidsdekkingsgraad en de dekkingsgraad waarbij volledig toekomstbestendig geïndexeerd zou kunnen worden.

De beleidsdekkingsgraad van 111,5% ligt boven de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,4%, maar nog onder de vereiste dekkingsgraad van 125,4%. PFZW heeft daarmee een reservetekort. De vereiste dekkingsgraad bevat een solvabiliteitsbuffer van 25,4% om de kans om binnen een jaar onder de minimaal vereiste dekkingsgraad (104,4%) te komen, te minimaliseren.

De kritische dekkingsgraad per eind 2022 met een tien jaar hersteltermijn is 104%. Doordat de actuele dekkingsgraad boven de kritische dekkingsgraad van 104% ligt, kan PFZW volgens het herstelplan binnen tien jaar herstellen tot de vereiste dekkingsgraad van 125,4%. Per eind 2022 ligt de beleidsdekkingsgraad (111,5%) boven de minimaal vereiste dekkingsgraad (104,4%). Hiermee is een verlaging op grond van de minimaal vereiste dekkingsgraad de komende jaren niet meer aan de orde.

Dekkingsgraden

31-12-2022

31-12-2021

   

Actuele dekkingsgraad

108,7%

106,6%

Beleidsdekkingsgraad

111,5%

99,7%

Reële dekkingsgraad

84,5%

80,7%

Kritische dekkingsgraad

104%

97%

Bij het bepalen van de voorziening is gebruik gemaakt van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. Onderstaande tabel geeft de impact van de verschillende factoren op de ontwikkeling van de actuele dekkingsgraad weer.

 

2022

2021

   

Dekkingsgraad per 1 januari

106,6%

92,6%

   

Impact beleggingsopbrengst:

  

- Rendement (exclusief rente- en inflatiemandaat)

(6,4%)

12,3%

- Rente- en inflatiemandaat

(17,6%)

(4,6%)

 

(24,0%)

7,7%

Impact ontwikkeling verplichtingen:

  

- Rentetoevoeging voorziening

0,4%

0,5%

- Marktwaarde verandering

41,1%

7,2%

 

41,5%

7,7%

Impact premies en uitkeringen:

  

- Premiebijdrage en pensioenopbouw

(3,0%)

(1,6%)

- Verrichten van pensioenuitkeringen

0,6%

0,1%

 

(2,4%)

(1,5%)

   

Impact aanpassing actuariële grondslagen

(2,3%)

0,0%

Indexering

(10,8%)

0,0%

Overige mutaties

0,1%

0,1%

   

Dekkingsgraad per 31 december

108,7%

106,6%

De factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van de dekkingsgraad zijn hieronder toegelicht:

  • Het totaal behaalde rendement in 2022 op de beleggingsportefeuille van PFZW is -22,6%. De reguliere beleggingen zorgen voor een negatief rendement. Het behaalde rendement exclusief renteafdekking (-6,0%) leidt tot een daling van de dekkingsgraad van 6,4 procentpunt. Door het negatieve rendement van de renteafdekking (-16,6%) daalt de dekkingsgraad met 17,6 procentpunt.

  • Door marktwaardeverandering in de rentetermijnstructuur stijgt de dekkingsgraad met 41,5 procentpunt. Hierbij is gerekend met de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur per eind december 2022.

  • Door premiebijdrage en pensioenopbouw daalt de dekkingsgraad met 3,0 procentpunt. De premiedekkingsgraad was gedurende 2022 lager dan de actuele dekkingsgraad.

  • Door aanpassing actuariële grondslagen daalt de dekkingsgraad met 2,3 procentpunt. In 2022 heeft een volledig grondslagenonderzoek plaatsgevonden waarbij alle actuariële grondslagen zijn geactualiseerd. Door de actualisatie van de grondslagen is de waarde van de voorziening pensioenverplichtingen gestegen en is de dekkingsgraad gedaald.

  • De pensioenen van alle deelnemers zijn op 1 oktober 2022 verhoogd met 2,7% en op 1 januari 2023 met 6,0%. Door de indexeringen gezamenlijk is de dekkingsgraad gedaald met 10,8 procentpunt.

De ontwikkeling van de dekkingsgraad in 2022 was als volgt.

Herstelplan

Aangezien de beleidsdekkingsgraad van PFZW onder de vereiste dekkingsgraad ligt, heeft PFZW in 2015 een herstelplan ingediend. Dit herstelplan wordt jaarlijks geactualiseerd, waarbij wordt getoetst dat binnen tien jaar de beleidsdekkingsgraad weer boven de vereiste dekkingsgraad komt. In 2023 is dit herstelplan geactualiseerd. Hieruit blijkt dat gegeven de actuele dekkingsgraad eind 2022 de beleidsdekkingsgraad naar verwachting zonder aanvullende maatregelen binnen tien jaar boven de vereiste dekkingsgraad komt.

Voor de voorziening pensioenverplichtingen in het herstelplan wordt uitgegaan van de actuariële bestandsgrondslagen en de nominale rentetermijnstructuur per balansdatum zoals die door DNB wordt gepubliceerd. Wijzigingen in de rentetermijnstructuur vanaf 1 januari 2023 zijn niet meegenomen in het herstelplan. De actuele dekkingsgraad als startpunt van het herstelplan is daarom hoger dan de actuele dekkingsgraad per 1 januari 2023, zie paragraaf Gebeurtenissen na balansdatum.

Indexering

PFZW heeft de ambitie om de pensioenaanspraken en de ingegane pensioenen jaarlijks aan te passen aan de prijsinflatie. Volgens de financiële opzet financiert PFZW de indexeringsambitie deels uit de premie en deels uit rendement op beleggingen.

Indexering is voorwaardelijk en wordt jaarlijks door het bestuur van PFZW vastgesteld. Er is geen recht op indexering. De indexering is afhankelijk van de financiële positie van PFZW. PFZW heeft in 2022 twee maal besloten om de pensioenen te verhogen: met 2,7% per 1 oktober 2022 en 6,0% per 1 januari 2023. Voor beide indexeringen heeft PFZW gebruik gemaakt van de soepelere indexatieregels op basis van de algemene maatregel van bestuur van 7 juni 2022, in verband met het later in werking treden van de wet toekomst pensioenen waaronder het transitie-ftk. Op basis van het reguliere beleid (FTK) was geen indexering mogelijk over 2022.

Waardeoverdrachten

De Pensioenwet schrijft voor dat de individuele waardeoverdrachten worden opgeschort als bij een van de betrokken pensioenuitvoerders, of beiden, sprake is van een beleidsdekkingsgraad onder de 100%. De beleidsdekkingsgraad van PFZW was vanaf eind januari 2022 voldoende hoog, daarom hebben er vanaf februari 2022 weer reguliere waardeoverdrachten plaatsgevonden.

In het kader van de Wet waardeoverdracht klein pensioen heeft PFZW gekozen voor automatische uitgaande waardeoverdrachten van kleine pensioenen. Voor wat betreft de inkomende automatische waardeoverdrachten is PFZW verplicht om hieraan mee te werken. Uitgaande en inkomende waardeoverdrachten van kleine pensioenen vinden sinds 2019 plaats, ongeacht de dekkingsgraad. De kleine pensioenen van voor 2018 worden door PFZW in 2023 overdragen.

Premie en toetsing aan de Pensioenwet

De feitelijke pensioenpremie voor 2022 bedraagt 25,8% over het salaris boven de franchise. Er was in 2022 geen sprake van premiekorting. De premie voor arbeidsongeschiktheidspensioen voor 2022 bedraagt 0,5% over salaris boven de AP-franchise.

PFZW heeft gekozen voor een premiemethodiek op basis van de gedempte premie, omdat dit een stabieler beeld geeft, en er rekening wordt gehouden met beleggingsbeleid en de ambitie. Dit is conform het FTK. De gedempte premie wordt vastgesteld op basis van een verwacht rendement gecorrigeerd voor de ambitie van het fonds.

PFZW bekijkt vooraf of de premie over 2022 voldoende kostendekkend zal zijn op basis van de gedempte grondslagen. Achteraf wordt de kostendekkendheid op twee manieren getoetst. Op basis van de gedempte kostendekkende premie en op basis van de ongedempte kostendekkende premie. De ongedempte kostendekkende premie is gebaseerd op de nominale rentestand van eind 2021 (inclusief Ultimate Forward Rate) met bijbehorende yield van 0,7%. Bij de ongedempte kostendekkende premie wordt geen rekening gehouden met de meeropbrengst vanuit het beleggingsbeleid.

In onderstaande tabel zijn de verschillende premies uitgesplitst. Wanneer de feitelijke premie wordt vergeleken met de kostendekkende premies is een positief verschil te bestemmen als een opslag voor herstel van de financiële positie.

 

Gedempte kostendekkende premie

Ongedempte kostendekkende premie

   

Pensioenopbouw actieven

12,6%

33,4%

Premievrije pensioenopbouw AO-ers

0,6%

1,7%

Ingang Partnerpensioen op risicobasis

0,5%

0,7%

Totaal actuariële inkooppremie

13,7%

35,8%

   

Opslag voor vereist eigen vermogen

3,0%

7,9%

Opslag voor de uitvoeringskosten

0,1%

0,1%

Opslag bestemd voor voorwaardelijke indexering

6,4%

0,0%

   

Totale kostendekkende premie

23,2%

43,8%

   

Feitelijke pensioenpremie

25,8%

25,8%

Premieoverschot/-tekort

2,6%

(18,0%)

De feitelijke pensioenpremie van 25,8% is hoger dan de gedempte kostendekkende premie van 23,2%. Hiermee wordt voldaan aan de eis van volgens de Pensioenwet. De ongedempte kostendekkende premie is 43,8%.